zondag 28 juli 2013

Over Kastelen, Kloosters, Kerken en Ruïnes. De Abdij van Ename


Mijn liefde voor archeologie en geschiedenis heeft al jaren een voorkeur voor kastelen, kloosters, kerken en ruïnes, vraag me niet waarom. De routes van mijn fietsvakanties liepen dan ook zo heel toevallig langs bouwwerken uit lang vervlogen tijden. Eén daarvan was wel heel bijzonder, de abdij van Ename. Op het moment dat ik er langs fietste was er een grootschalige opgraving bezig want de abdij was niet meer. Alleen een ruïne herinnerde aan de grootsheid van het bouwwerk.
 
Snel parkeerde ik mijn fiets tegen een muurtje en liep het terrein op. Nieuwsgierig volgde ik de pijltjes die me zo over het terrein rondleidden langs muurtjes die verschillende leef- en gebruiksruimtes van elkaar scheidde. Het gedeelte waar de opgraving plaats vond was afgezet met linten. Als bezoeker mocht je alleen van een afstandje toekijken. Helaas, maar wel te begrijpen op een terrein wat bloot ligt voor onderzoek en daardoor ook kwetsbaar is. Aan mijn kant van het lint lagen bergen opgegraven puin. Die waren blijkbaar niet interessant genoeg voor de archeologen. Maar voor een speurder als ik zijn die bergen zeer verleidelijk. Tot mijn stomme verbazing vond ik tussen allerlei scherven een paar mooie geglazuurde tegeltjes. Het formaat gaf aan dat ze uit de 13de of 14de eeuw stammen.

 
Tja, als de archeologen ze niet willen dan zeg ik geen nee tegen deze weliswaar beschadigde maar voor mij evengoed mooie tegeltjes. Aangezien het handzame tegeltjes waren konden ze nog wel ergens in mijn bagage op de fiets. 
Als ik aan abdijen denk, denk ik ook aan heerlijk gebrouwen abdij-bier en daar zijn ze in België verrekte goed in. Mijn speurtocht door Ename leidde me al snel naar de brouwerij waar inderdaad abdijbier gemaakt werd.  Helaas werd er alleen aan groothandel verkocht. Zo’n grootgebruiker ben ik nou ook weer niet. Maar dan brengt de plaatselijke supermarkt uitkomst. Met een blond bier een dubbel en een triple kwam ik weer naar buiten. Proost op de abdij van Ename!


 
Mocht je een keer in de buurt van Ename zijn, zoals de Belgen zelf zeggen ademt zowat het ganse dorp geschiedenis uit. Er is de archeologische site met de restanten van een benedictijnenabdij, iets hogerop is er het beschermde Bos t' Ename. In het dorp vind je de prachtig gerestaureerde Sint-Laurentiuskerk en als verzamelpunt van alle informatie: het provinciaal archeologisch museum of pam Ename. En dan zwijgen we nog over wat je niet ziet: ooit stond hier een burcht die de grens van het Duitse keizerrijk moest beschermen. In het museum vind je hier het verhaal van terug.
Wil je ook zo’n lekker biertje proeven klik dan hier voor lekker bier
 
 
 

zondag 21 juli 2013

Werktitel: Atilla de Hun en het mysterie van de 1000 maagden


Op een dag leek alles als puzzelstukjes in elkaar te vallen.

Je kent het misschien wel, een gevoel dat je al een poos sluimerend bij je draagt, eist ineens de aandacht op. Zo ging dat ook bij mij.

Nadat ik jarenlang dicht bij Rhenen gewoond had, nam ik het bijzondere verhaal van de heilige Cunera, patroonheilige van de stad Rhenen, met me mee in mijn achterhoofd toen ik verhuisde naar Noord Holland. Niet per se omdat ik Cunera interessant vond, maar wel de man die Gesel des Gods wordt genoemd en een gruwelijke rol in haar verhaal speelde, namelijk Atilla de Hun. Een man die volgens onderzoekers een grote rol had in de val van het Romeinse rijk. Hoe kwam Cunera in aanraking met Atilla de Hun?

Een interessant verhaal wat maar in mijn hoofd bleef zitten, vroeg jaren later ineens om pen en papier. Dat kwam niet zo maar uit de lucht vallen.
Op dat moment was ik in Rhenen bij de opening van een tentoonstelling genaamd: ‘Eeuwige rust op de Donderberg,’ een groot vroegmiddeleeuws grafveld bij Rhenen. Mijn passie voor archeologie had me die dag met de trein naar Rhenen gebracht. Vondsten uit het oudheidkundig museum in Leiden zouden voor deze tentoonstelling in Rhenen in de vitrines liggen. Een unieke kans om een compleet beeld te krijgen van de bijzondere opgraving die in 1951 had plaats gevonden. Mooie voorwerpen  kwamen onder mijn ogen voorbij. Van bijzondere glazen drinkbekers tot glimmende muntjes en rijk gedecoreerde sieraden. Ja, de mensen moeten in die tijd aardig rijk zijn geweest.

Zo stond ik te genieten van de tentoonstelling die op een paar stappen van de Cunerakerk plaats vond. Vanuit het raam van het museum zag ik de mooie slanke toren en ineens dacht ik weer aan het verhaal van Cunera. Ik realiseerde me dat wat ik in de vitrines zag liggen als achtergrond voor haar verhaal kon dienen. Door die gebruiksvoorwerpen kwam haar verhaal ineens tot leven. Een enthousiast gevoel maakte zich van mij meester. Daar moest ik wat mee doen.  Toch maar eens pen en papier pakken?

Het werd een begin van een groot project wat zich steeds meer vormde tot een historische roman.
Een project waar ik op 2 januari 2012 mee ben begonnen en nog steeds loopt.

zondag 14 juli 2013

Even voorstellen


Mijn twee grootste passies zijn schrijven en geschiedenis. Twee dingen die ik makkelijk met elkaar kan verweven. Zo ontstond er een manuscript voor een historische roman, waar ik nog steeds druk mee bezig ben. Nu ik zover in het proces ben dat het werken aan het verhaal voornamelijk verbeteren is, mis ik de vrijheid van het creëren.
Tijd voor iets nieuws en waarom niet weer iets met mijn liefde voor geschiedenis. Zo ontstond het idee voor dit blog.
Waarom ik geschiedenis zo leuk vind? Misschien komt het doordat ik op de basisschool een leraar had die prachtige geschiedenis verhalen vertelde of omdat ik later op het voortgezet onderwijs een geschiedenisleraar had die graag liet zien dat hij nog een handstand kon maken. Of komt het omdat mijn vader nog steeds een enorme boekenplank vol met geschiedenisboeken heeft staan. Wie zal het zeggen…….
Voor mij is geschiedenis dus duidelijk niet stoffig en saai. Wie weet kan ik voor anderen door middel van mijn blog er wat stof van af blazen en geschiedenis tot leven brengen.

zondag 7 juli 2013

Van Stalen Ros tot Ijzeren Hand (vervolg)

(zie eerder stukje in juni.)

Mijn reis ging verder door de tijd van jagers en verzamelaars waar visnetten te drogen hingen en amuletten boze geesten uit de buurt moesten houden. Tot ik in een Romeins kamp terecht kwam. Stoere woest uitziende Romeinse soldaten stonden in vol ornaat om zich heen te kijken met de hand op hun gladius, alsof ze het land net veroverd hebben. Ze waren van top tot teen Romeins, zo ook het kamp inclusief de ingegraven palen die als omheining dienen. Gelukkig mocht ik zonder ophouden het kamp weer uit lopen, tja je weet het maar nooit met die Romeinen.
Al doen de Friezen niet veel voor ze onder, een volkje die door de Romeinse beschaving haast als barbaars gezien werd. Ik zag gelijk beelden voor me van arena’s vol bloed en kruisen langs de weg met verminkte lichamen er aan, het is maar wat je barbaars en beschaafd noemt.

Even verderop maakten een aantal Vikingen zich gereed voor een gevecht, volgens traditie werd de oorlogsgod Odin gegroet, hopend dat hij hun de overwinning zou schenken. Het gevecht was kort maar krachtig, zwaarden en bijlen gingen door de lucht en troffen al snel een tegenstander. De mensen die zich niet met de ruzie wilden bemoeien, bleven veilig op afstand.
Een grote tribune midden op het van het terrein lokte een hoop mensen en kinderen toen de omroeper luid door de speakers het terrein over galmde. Ook ik liet me verleidden en zocht een mooi plekje uit. Onder luid applaus en enthousiast geroep, kwamen er vier ridders te paard, beiden in vol ornaat, het toernooiveld op rijden. Een opgewonden gevoel maakte zich van mij meester, even verloor ik me in de illusie van de tijd.
 
Volgend jaar gaat het themapark Justerland in de zomer al twee manden open, zuchtte ik gelukzalig.